Minder armoede door nieuwe meetmethode

18 okt , 20:06 Gemeente
armoede pixabay 1
Pixabay
Een maand geleden kwam het Pointer pop-up team met de mededeling dat men in samenwerking met De Stentor en Radio Lelystad een maand lang onderzoek zou doen in Flevoland. Hiervoor werden inwoners van Lelystad uitgenodigd om kwesties aan te dragen die onderzocht zouden moeten worden.  
Armoede
Tijdens het voorstellen van het team werd al gemeld dat men ook ‘armoede en -bestrijding’ zou bespreken. Begin van het onderzoek werd door Pointer gemeld dat in Lelystad zo’n 5.000 gezinnen onder het bestaansminimum leven en 1 op de 6 jongeren in armoede leven.   
Deze week kwam het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat zo’n 3.240 inwoners van Lelystad niet genoeg inkomen hebben of spaargeld om van rond te komen. Naar verhouding is dit het hoogste aantal in de provincie Flevoland. De cijfers zijn van vorig jaar.
Armoede 2023 gedaald
De regionale media kwamen met het bericht dat de armoede in de provincie Flevoland vorig jaar gedaald is, volgens de cijfers van CBS. Dit zou onder meer komen door maatregelen van de overheid en omdat steeds meer mensen aan het werk zijn. 
Daarnaast meldt het CBS, dat ze samen met het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) en Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een nieuwe methode hebben ontwikkeld om armoede in Nederland te meten.
Lelystad
Naast het feit dat er een nieuwe rekenmethode is, leven in Almere en Lelystad meer mensen in armoede dan het landelijk gemiddelde. Als men kijkt naar de cijfers van inwoners van Lelystad in armoede, is het aantal gedaald van 3.650 (2022) naar 3.240 (2023).
In percentages uitgedrukt is dit 4.5 procent voor 2022 en 3.9 procent voor 2023. Voor heel Flevoland is het percentage 3.2 procent van de inwoners die vorig jaar onder de armoedegrens hebben geleefd.
Armoede berekenen
Vanaf deze week wordt de armoedegrens volgens de nieuwe methode berekend. Ging het voor 2023 alleen om inkomen en waren er 5 verschillende grenzen, vanaf nu wordt nog maar één lijn getrokken door de verschillende bureaus.
Dit betekent dat bij het berekenen ook spaargeld of ander bezit meegerekend wordt. Met andere woorden wil dit zeggen dat als men, na aftrek van woon-, energie- en andere noodzakelijke lasten, niet genoeg geld overhoudt om rond te kunnen komen, valt onder de grens en wordt dan gezien als ‘arm’.  
Volgens het CBS was de aanpassing van de rekenmethode hard nodig, om recht te doen aan de ontwikkelingen - onder meer sterk gestegen woon- en energielasten - en wat de samenleving ziet als minimale levensbehoeften.    
(Bronnen: CBS, AD, Omroep Flevoland, lelystad.nieuws.nl)