Op het moment dat er weer een ijselijk gekrijs te horen is bij een rietkraag, zal dit waarschijnlijk van een waterral zijn. De waterral is een zeer schuwe grijze vogel met een spitse rode snavel. De vogel is verwant aan de meerkoet en het waterhoen.
Trekvogels
De waterral is een trekvogel. In de herfst trekken grote aantallen waterrallen vanuit het noorden en het noordoosten over Nederland naar het zuiden. Aangezien dit meestal ‘s nachts gebeurt, worden de grote aantallen niet gezien.
Echter, men kan de vogels zeker goed horen. Het is zo dat een waterral gilt om kenbaar te maken aan soortgenoten dat hij er is. De vogel krijgt onmiddellijk ‘antwoord’ van andere waterrallen, die op dezelfde manier krijsen langs de rietkragen. Op dit moment zijn er nogal wat waterrallen in Flevoland.
Geheimzinnige broedvogel
De site van de Vogelbescherming geeft aan dat de waterral een wat geheimzinnige, schaarse broedvogel is. Hij toont zich niet vaak, maar krijst behoorlijk. Soms lijkt het gekrijs wel op een speenvarken.
Een deel van deze vogels is het hele jaar in Nederland aanwezig. In de winter zijn ze dan te zien langs bevroren rietranden. Bij verstoring vliegen ze nauwelijks of zelden, meestal verdwijnen ze lopend uit het gezichtsveld.
Leefgebied
Vanaf eind maart tot augustus broedt de waterral en komt tot 1 of 2 legsels per jaar. Meestal heeft een legsel zo’n 8 eieren en de broedduur is van 19 tot 22 dagen. Het broeden gebeurt meestal in een gebied waar hij nauwelijks te zien is.
Meestal verblijft de waterral in moerasgebieden met veel riet en drassige plekken. Daarnaast kan de vogel ook verblijven langs rivieren en meren in rietkragen. Tevens zijn ze gespot in stadsparken met riet.
(Bronnen: Vogelbescherming, Het Flevo-landschap)