Tijdens roerige seizoenen staat gedeputeerde Hofstra vaak met zijn hoofd in de wind. Vanuit het oog van een stikstofstorm kijkt hij terug op momenten van zwaar weer en tuurt hij door de mist heen om Flevoland zicht te geven op de toekomst. Want aan de randen van ons blikveld gloort groenblauwe groei.
Ontspannen komt gedeputeerde Harold Hofstra overeind vanachter zijn bureau. “Even iets laten zien.” Een druk op de knop roept een vlotte video op, waarin Hofstra zelf langs de geploegde polderakkers wandelt. “Wij willen graag van u weten welke ideeën u heeft voor de inrichting van het landelijk gebied,” laat hij de kijkers weten. “Kom met een voorstel, maar ga ook met uw buren om de tafel zitten. Laat ons weten hoe uw plan aan het platteland bijdraagt. “Wij horen graag wat u van ons nodig heeft.”
Stikstof
Het landelijk gebied verglijdt langzaam richting de randen van het scherm, maar ligt voor Hofstra bijna ieder moment in het midden van zijn bestuurlijke blikveld. Hij kent de mensen over wie hij spreekt. Want de afgelopen vier jaar bezocht hij hen op hun eigen boerderij en wandelde hij met hen over hun eigen erf. Toen bezorgde boeren uit protest tegen de stikstof maatregelen een hele rij woedend ronkende trekkers op het terrein van het provinciehuis in Lelystad parkeerde, was Hofstra ook degene die hen hoogstpersoonlijk te woord stond.
“Een heel bijzondere situatie. Gelukkig kan ik zeggen dat de provincie een heel goede relatie heeft met de boeren in Flevoland. We zijn met elkaar in gesprek en begrijpen elkaar goed, hoewel we het natuurlijk niet altijd met elkaar eens zijn. Daarbij moet ik wel opmerken dat wij in Flevoland geen stikstofgevoelige gebieden hebben. Andere provincies staan voor een nog veel grotere opgave.”
Sleutel
Het stikstofprobleem strekt zich inderdaad veel verder uit dan de provincie Flevoland. Om de sfeer tot rust te kunnen brengen, zal volgens Hofstra eerst opheldering uit Den Haag moeten komen. “Het zou fijn zijn als het Rijk ons genoeg steun geeft om de landbouw in Flevoland toekomstbestendig te kunnen maken. Daar heeft zij zelf de sleutel toe in handen, want het Rijksvastgoedbedrijf bezit veel grond in Flevoland. Samen kunnen we kijken of we een melkveebedrijf bijvoorbeeld van de ene naar de andere kant van de provincie kunnen verplaatsen, zodat de veehouder kan blijven boeren en op zijn vroegere land weer ruimte ontstaat voor akkerbouw.”
Provinciaal Programma Landelijk Gebied
Inmiddels heeft Hofstra ook niet alle tijd meer om te blijven praten. Alle provincies hebben van het Rijk de opdracht gekregen om voor 1 juli het Provinciaal Programma Landelijk Gebied te presenteren. Dit plan richt zich op een toekomstbestendig landelijk gebied, waar het fijn wonen, werken, recreëren en voedsel produceren is. Niet alleen op het terrein van stikstof, maar bijvoorbeeld ook met het oog op klimaat en water. “Dat doen we langs drie lijnen,” legt Hofstra uit. “Eén van die lijnen werd zojuist in het filmpje al geschetst. Verder hebben wij als provincie natuurlijk ook onze doelen en wensen, net als het Rijk.”
Kleurige slinger
Ondertussen stelt Hofstra met voldoening vast dat de provincie zelf alvast een stevige bodem heeft gelegd voor een bloeiende leefomgeving. “Die omgeving begint al in je eigen achtertuin,” vindt hij. “Ik vond de coronaperiode een akelige tijd, mede omdat we elkaar niet persoonlijk konden spreken. Maar juist vanuit die stilte blijken veel mensen de natuur te hebben ontdekt.
De komende jaren zal de prachtige groenblauwe slinger die door heel Flevoland loopt, nog meer kleur moeten krijgen. Ik ben blij dat we als allereerste provincie een Bossenstrategie hebben vastgesteld, dat we een mooi Actieplan Biodiversiteit hebben kunnen ontwerpen en dat we mensen helpen om hun omgeving te vergroenen. Vanuit die elementen wil ik blijven bijdragen aan een gezonde groei voor Flevoland.”
Grenzen stellen
In de verdere vorming van het landschap moet de provincie echter wel grenzen durven stellen, vindt Hofstra. “We moeten ons niet blindstaren op alleen economische groei of het aantal woningen dat we willen bouwen. We moeten de brede welvaart versterken. Met aandacht voor alles wat kwetsbaar is. Dan blijft Flevoland een provincie waar het fijn is om te leven.”
(Bron: Provincie Flevoland)