Grote grazer als handige hulp in natuurbeheer

Foto: Staatsbosbeheer

Staatsbosbeheer zet grote grazers in, zoals de Schotse hooglanders, heckrunderen en Konikpaarden. Deze grazers worden ingezet omdat deze dieren beter de vegetatie kunnen bijhouden. Dit gebeurt op een manier die enorm goed is voor de biodiversiteit. Staatsbosbeheer geeft daarbij ook meteen aan, dat men niet te lui is om te maaien, maar de grazers kunnen het nu eenmaal veel beter.

Het landschap vormgeven
De vraag is daarbij wanneer welke grazers worden ingezet. Volgens Perry Cornelissen, adviseur ecologie bij Staatsbosbeheer, hangt dit af van het gebied. Begrazing wordt ingezet met een specifiek doel voor ogen.

Hierbij valt te denken aan om een bepaalde soorten samenstelling of structuur in de plantengroei mogelijk te maken. Tevens om verschillen te creëren in hoogte en dichtheid van de begroeiing. Vegetatie is belangrijk dat mede bepaalt welke dieren er kunnen leven.

Natuurlijke proces
Vogels hebben uiteenlopende wensen over hoogte en dichtheid van het groen. Als men in een gebied meer weidevogels wilt hebben, dan moet er genoeg grasland zijn. Omdat de putter in de winter van de zaden eet, moeten er meer ruigtekruiden, zoals distels komen.

Om de gewenste begroeiing te kunnen bereiken, kan het natuurlijke proces van begrazing een belangrijke rol spelen. Zo hebben alle grazers, zowel groot als klein, een eigen rol om het landschap vorm te geven. Elke soort heeft zijn eigen specialisme.

Natuurlijke snoeischaar
In de natuur is de gans de concurrent van het rund. Runderen, zoals de Schotse hooglander, eten het gras door de tong eromheen te slaan en het af te rukken. Aangezien er een gebrek is aan tanden in de bovenkaak, is dat een efficiënte manier van gras eten.

Daarentegen de gans als voedselconcurrent. De gans heeft een snavel die functioneert als een snoeischaar. Met de snavel wordt het gras zó kort geknipt, dat een koeientong er geen grip meer op kan krijgen. Maar grote grazers zorgen ook voor kortgrazige graslanden, wat weer goed is voor de gans. 

In de Oostvaardersplassen grazen heckrunderen, Konikpaarden en edelherten ten behoeve van grootschalige, korte graslanden en open poelen voor ganzen, reigers en lepelaars. Runderen, paarden en edelherten zijn daarvoor zeer geschikt, vanwege hun specifieke graasgedrag waarmee ze voorkomen dat graslanden verruigen. Meer informatie op de site van Staatsbosbeheer.

(Bron: Staatsbosbeheer)

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen