Boswachter Hans-Erik Kuypers (Oostvaardersplassen) heeft zijn blog weer gestuurd en dit keer gaat het over het nieuwe plantseizoen. Hij geeft aan dat de herfst weer volop gestart is en dat daarom het bos zich opmaakt voor de winterrust. Maar dat betekent juist voor de boswachters dat de tijd aanbreekt om bomen en struiken te gaan planten. Men spreekt over 10 hectare en Staatsbosbeheer blijft bezig met het bos te verjongen.
Verjonging bos is nodig
In de blog legt Hans-Erik Kuypers uit waarom het bos verjongd moet worden om verschillende redenen. Zo zijn er vele essen dood gegaan aan de dodelijke ziekte essentaksterfte.
Door de ziekte zijn nogal wat essen dood gegaan en zijn er zieke, kansloze essen. Staatsbosbeheer wil deze bomen zo snel mogelijk vervangen door nieuwe bomen. Dit moet, anders worden de vrijgekomen ruimten overwoekerd door hinderlijke planten, zoals Reuzenberenklauw of braam.
Populieren en wilgen
Een tweede reden is dat er veel populieren en wilgen zijn aangeplant bij de aanleg van het jonge polderbos. Hiervan bestaan soorten die heel oud kunnen worden. In Flevoland zijn echter klonen geplant, waarvan men de ontwikkeling niet precies wist.
Er zijn bomen die het goed doen, maar ook exemplaren die net de 50 jaar halen. Deze laatste kunnen omvallen of ziek worden. In dat geval worden ook weer jonge boompjes geplant. De essentaksterfte en de zieke populieren en wilgen zijn de belangrijke punten voor de verjonging van het bos.
Verjonging per seizoen
Het bos is verdeeld in 3 blokken, waarbij elk blok om de 2 jaar hun kap- en verjongingswerkzaamheden krijgt waarbij tevens wordt gekeken waar de verjonging op dat moment het hardst nodig is.
Bij deze
werkzaamheden wordt op ‘kleinschalige’ mate bomen gekapt om niet te grote gaten in het bos te krijgen. Tevens worden de plantplekken voorbereid, wat inhoudt dat grote takken en boomkronen worden verwijderd.
Combineren van boom en groeiplaats
Het is van belang om goed te controleren welke boom het beste past bij de groeiplaats. In het gebied van de Oostvaardersplassen is het klei. Tevens controleert men de waterstand in het gebied.
Daarnaast moeten de bomen onderling ook goed bij elkaar passen. Het is zo dat de ene soort harder groeit dan de ander en de ene boom heeft meer zonlicht nodig dan de andere. Tevens wil men ook meer afwisseling in het bos.
Zo worden populieren niet gemengd geplaatst, want ze groeien snel en hebben veel zonlicht nodig. Voor donkere plaatsen kan men esdoorn, beuk en zoete kers combineren en voor de lichtere plaatsen zijn dat eik, haagbeuk en linde.
(Bron: Boswachtersblog Oostvaardersplassen (+ Nieuwsbrief))